Onderweg zag ik meerdere mensen naar de Montecarlo kijken, waarbij ze naarstig op zoek waren naar een merk- en typenaam. Alleen in de grille prijkt het Lancia logo, verder is er niets herkenbaars te lezen. Tijd om dat op te lossen!
In de voorraad trof ik wel wat badges aan met daarop ‘Lancia B’ en ‘Scorpion’. Helaas geen enkele keer ‘Montecarlo’. Tijdens mijn contact met de vorige eigenaar werd duidelijk, dat er nog wat onderdelen bij hem op de plank lagen. Een paar motorsteunen, stabilisatorstangen en een aantal logo’s. Ik beloofde met de Montecarlo langs te komen. Dan kon hij het resultaat bewonderen en kreeg ik mijn felbegeerde herkenbaarheid. Voor mij reden om de laatste hand te leggen aan de Montecarlo: ik schilderde de dorpels met een geschikte, zwarte verf.
Ik nam geen risico en plakte alles zorgvuldig af. Het resultaat is dat de auto nu beter oogt, de lijnen komen beter uit. Ik had precies een spuitbus nodig voor beide dorpels in drie lagen. Ik deelde aan mijn dochter mede dat we naar België zouden gaan en de Montecarlo deed dat ook braaf.
Snuffelend tussen de vrijwel lege schappen van de voorraad van mijn Belgische vriend, uit dit gedeelte van zijn opslag nam ik immers bijna alles mee, troffen we meerdere onderdelen aan. Ik mocht ze allemaal meenemen. Bij de koffie verscheen een doosje met daarin een heel aantal emblemen en flink wat sleutels. Een mooie aanwinst en de koffie smaakte goed. Nadat we uitgebreid gekeken hadden naar zijn project: een Lancia Lambda met carrosserie van ‘Carrozzeria Casaro’ waarvan er drie gemaakt zijn en er twee (!) in zijn garage stonden, reden we terug en kon ik echt beginnen aan de laatste hand aan de Montecarlo. Alles wat ik hierna doe is bedoeld om de auto te verbeteren.
Ik koos een mooi setje uit en maakte dat schoon. De pinnetjes brak ik eraf en ik monteerde de plaatjes met dubbelzijdig tape aangevuld met zwarte kitlijm. De positie herleidde ik uit een plaatje in de folder. Nu is het voor niemand nog een verrassing welke auto er voor ze staat.
De extra large proefrit naar de Elzas verliep voorspoedig. De auto reed goed en sloeg geen slag verkeerd. Ik begon te wennen aan de zitpositie. De oordopjes die ik in de middenconsole had klaargelegd kwamen goed van pas. Naarmate ik zuidelijker in Duitsland terechtkwam werd het warmer en na ruim 450 kilometer rijden was het tijd om te tanken, alles even te controleren en het dak open te doen. De eerste verrassing was dat de auto bijzonder zuinig rijdt. Nog nimmer had ik een auto die op benzine 1 op 14 doet. Ook de olie was nog goed op peil en alle wielen zaten nog vast. Tijd voor het laatste stuk en dat met een open dak! De auto reageerde positief op hogere snelheden. Boven de 4000 toeren ging hij leven en schoot er als een speer vandoor. Het leek wel een turbo… Ik durfde tot 150 kilometer per uur op de GPS te gaan. Meer leek me nu nog niet gepast. De laatste veertig kilometer reed ik door de heuvels in de Elzas. De Montecarlo reageerde ook hier vlot op het gas en liet blijken deze wegen te waarderen. Dat beloofde wat voor dit weekend!
De aankomst in de Elzas was een fijn wederzien. Op gepaste afstand maar toch met een groepje gelijkgestemden bij elkaar. Jos, onze gastheer, zou rijden in zijn Fiat Dino 2.4, Erwin was met zijn Lancia Thema 8.32 gekomen en natuurlijk Peter met de Ferrari 308. Omdat mijn stuur een beetje begon te trillen besloot ik de spacers van de voorwielen wat na te trekken. Dat was nodig en verhielp elke trilling. Ook moest er wat koelwater bij. Ik wist dat de radiator nog lekte op de aftapplug. Geen groot probleem, dat heb ik vaker bij de hand gehad. Ik besloot het dit weekend bij bijvullen te houden. Erwin gaf me heel genereus zijn voorraad rode koelvloeistof. Voldoende voor het weekend.
De eerste rijdag bewees de Montecarlo opnieuw dat hij uit het goede hout gesneden is. Hij deed niet onder voor de Fiat Dino en de 308. We reden even hard de bergwegen op. In bochten leerde ik hem steeds beter kennen. De auto helt nauwelijks over en voelt als een kart. Wel even wennen aan het onbekrachtigde sturen. Dat gaat best zwaar en je voelt het in je armen.
Helaas verliep de rit niet vlekkeloos. Bijna bovenop een hoge berg kreeg ik koelingsproblemen. Er was heel wat water verdwenen en er had veel koelwater gelekt rondom een slang. Ik vulde het water aan met de voorraad van Erwin en reed door. Vervolgens bleek ik bovenop deze berg geen ontsteking meer te hebben. De kabel van de HALL-gever vanuit de verdelerkap naar de bobine was tegen de schoepen van de dynamo aan gekomen en had kortsluiting veroorzaakt. De reparatie was lastig aangezien deze draad op sommige punten zwart verkoold was door de brand. Ik plakte met duct tape en zag ook dat de aansluitingen op de sensor bijna door waren. De hitte had toch meer kapot gemaakt dan me lief was. Wat rustiger reden we naar huis. Bergaf viel mijn motor weer uit, de fix was dus tijdelijk en ik reed met een knallende uitlaat de laatste kilometers tot een tankstation. Daar fixte ik de tijdelijke fix en reden we door naar Jos. Het laatste stukje is een kronkelweg die bergop naar Largitzen gaat. Deze weg kent een paar mooie bochten en Jos rijdt hem blind. Met Jos voorop reden we deze weg vol door en ontdekten we dat alle drie de auto’s dit ongeveer even snel deden. Een groot compliment voor de Montecarlo die hierbij duidelijk profiteerde van zijn lage gewicht.
’s Avonds laat hebben we nog gezocht naar de kapotte slang, deze bleek helemaal poreus geworden te zijn. In zijn voorraad trof Jos een mooie slang uit een Thema 8.32 aan. Deze maakten we op maat en hiermee was mijn koelwaterverlies verklaard en opgelost. De fix van de hall sensor zou ik de volgende ochtend doen met een soldeerbout en een nieuw draadje.
Ik stond al vroeg op en verzamelde gereedschap om de soldeerwerkzaamheden uit te voeren. Dit ging voorspoedig en met een draai aan de sleutel startte de auto direct en was hij klaar voor dag twee. We gingen naar het nabijgelegen Peugeot museum waar ook een onderdelenmarkt zou zijn. Wellicht kon ik daar een definitieve fix scoren, een nieuwe sensor met kabel. De rit erheen ging tot het laatste stukje goed. De toerenteller begon weer wat te zwabberen ten teken dat er toch iets mis was met de ontsteking. Ik skipte het museumbezoek en wijdde me aan de ontsteking. Ik bedacht dat ik de massa nog vergeten was. Ik maakte dat in orde met een stukje stroomdraad dat ik meegenomen had en bekeek ondertussen het bekijks dat onze auto’s trokken.
Op de weg terug besloot ik dat ik de auto niet meer 100% vertrouwde en dat ik, nu hij reed, het beste naar huis kon doorrijden. Ik zou anders de anderen onnodig ophouden en de rit naar huis was nog lang. Voor de voorlopig laatste keer reden we op topsnelheid door de laatste kronkels en kreeg ik van Jos een heel mooi aandenken aan dit weekend en een bekroning op mijn werk; een Lancia sleutelhanger!
Ik zal deze met trots blijven dragen, nogmaals bedankt Jos! De terugweg verliep goed, op wat spannende momenten na: de toerenteller ging weer een eigen leven leiden, maar bleek hiermee te stoppen als ik exact 3500 toeren reed. Ik manoeuvreerde voldaan mijn garage in. Wat een heerlijk autootje is dit!
Nadat de APK op de auto gezet was resteerden de laatste klussen. Ik wilde graag een werkende snelheidsmeter en bedacht me waarom deze het nog niet deed. De binnenkabel was te kort voor de mantel waardoor deze wel netjes achterin de snelheidsmeter zat maar helemaal niet pakte op de bak. Ik kortte de mantel in en monteerde de kabel opnieuw. Deze keer werkte het feilloos. De tellerstand startte op 0 en dat geeft een mooi beeld. Verder liep ik de auto na, heb ik hem gewassen en volgegoten met RON102.
De Montecarlo was klaar voor een “shake down” in de Elzas! Bepakt en bezakt: het is geenszins eenvoudig precies dat gereedschap mee te nemen dat ik nodig zou kunnen hebben, de hele kist leek me teveel van het goede, ik wikte en woog en koos voor het meest optimale scenario, een set met noodzakelijke werktuigen. Dit in tegenstelling tot de tas met kleren, die was zo voor elkaar. ’s Ochtends startte de auto vlot en ik reed naar het tankstation om de hoek om daar de laatste druppels in de tank te gieten. De auto voelde direct goed en vol vertrouwen startte ik de motor. Vanaf dat moment ging het mis. De auto stotterde en viel uit. Nog eens proberen. Hij bleef even lopen en ik reed weg. Nog geen vijftig meter verder weer gestotter en geen vermogen. Hij sloeg af en kon niet op toeren gehouden worden. Tegen beter weten in probeerde ik het nog een aantal keren. De tijd begon te dringen, de afspraak op het ontmoetingspunt, waar de Ferrari 308 en de Thema 8.32 zouden wachten, kwam met rasse schreden dichterbij. Ik probeerde de auto te duwen. Ik wilde hem terug hebben in de garage en dan kijken wat er loos was. Duwen was niet te doen. Hij stond op een heuveltje en moest gedraaid worden. Toch nog maar eens starten. Nu bleef hij een beetje lopen en met aardig wat gas op het pedaal wilde hij ook wel naar de garage rijden. Ik parkeerde binnen en begon te klussen. De vrienden bracht ik op de hoogte van de vertraging en zij zouden wachten tot nader bericht. Ik bedacht dat ik de carburateur zou gaan doorspuiten. Wellicht zat er een blokkade in. Eerst demonteerde ik de bovenplaat van de carburateur, ik verwachtte dat ik dan makkelijk bij de vlotterkamers kon komen. Helaas werkte dat niet, de choke en branstofleidingen zorgden ervoor dat ik de deksel niet kon lichten. Ik zetten hem weer een beetje vast en besloot de hele carburateur te demonteren. Met sleuteltje 13 waren de 4 bouten van de grondplaat zo los. Ik demonteerde de randzaken en liet de aanvoer brandstof leiding nog even zitten, die zat erg vast en ik wilde niet overal brandstof hebben. Ik legde alvast een handdoek onder de inlaat zodat die de benzine een beetje kon opvangen. De retourleiding had ik wel losgemaakt en deze bewees het nut van die handdoek. Ik trok de carburateur eraf en moest hem iets kantelen om de aanvoerslang los te kunnen maken. In mijn haast om op tijd te komen voor de trip was ik vergeten de accupool los te halen. Ik kantelde de carburateur en tegelijk gulpte de inhoud van de vlotterkamers op de handdoek. Terwijl ik dat probeerde te voorkomen tikte ik met de carburateur tegen de + aansluiting van de dynamo. Een knetterende vonk daalde neer op de handdoek en met een doffe plof stond mijn motorruimte in lichterlaaie. Wat een vlammen, wat een hitte, wat een rust daalde over me neer. Mijn gedachten gingen razendsnel. Ik moest de auto naar buiten duwen als dit niet ophield, ik blies in de vlammen maar dat werkte niet, een poederblusser lag in de auto, zou ik die gaan gebruiken? Nee, dan zou alles kapot gaan. Ik rende naar de haspel aan de muur, ik heb een grote brandslang hangen en trok met alle adrenaline deze slang naar de auto toe en begon met blussen, nu zou de motor vol met water lopen, toch leek mij dit minder belangrijk nu. Eerst de auto redden. Ik greep naar de handdoek en trok deze onder de inlaat vandaan. De vlammen doofden terwijl de handdoek fel bleef branden. Op de grond had ik best wel wat bluswater nodig om die uit te krijgen.
De garage stond vol zwarte rook, de vloer stond onder een laagje water. Gespannen liep ik naar de motorruimte terug om de schade te bekijken. Buiten dat alles nat was en er ook een plasje in het inlaatspruitstuk stond, was er nauwelijks iets te zien. Een beetje isolatiemateriaal van de kabelboom was gesneuveld en de stroomkabel tussen de verdelerkap en de ontsteking was zwart geblakerd. Het leek mee te vallen!
Ik haalde de accupool los en begon met herstel. De vrienden stuurde ik op pad met de mededeling dat ik wat tegenslag had bij de reparatie. Ik zou achter ze aankomen als het me gegund was. De carburateur belandde op de werkbank en ik blies alle kanalen waar benzine doorheen gaat door. In de vlotterkamer zaten wat viezigheden die het gestotter konden verklaren. Ik zette hem weer in elkaar en verlegde mijn aandacht naar de motor. Deppend kwam er een einde aan het meeste water dat in en op de motor lag. Ik vermoedde dat er echter ook water op de zuigers gekomen moest zijn. Met alle bougies eruit startte ik de motor en zag ik het water eruit spuiten. Na een tijdje hield dit op en monteerde ik alles weer totdat het eruit zag alsof er niets gebeurd was. Nog vol adrenaline startte ik de motor. Hij liep even op drie poten, maar toen dat ophield liep hij direct mooi en goed! Ik besloot aan mijn proefrit naar de Elzas te beginnen.
De thriller komt tot een mooi slot! Sinds vanochtend zit er een verse APK op de Montecarlo! Ik mag er nu mee rijden!
Zoals je ziet ben ik twee jaar verlost van deze jaarlijkse zorg. Ik kan nauwelijks beschrijven hoe blij ik met dit afsluitende hoofdstuk ben. Vrijdag staat een rit naar de Elzas op het programma, deze is nu dus definitief met de Montecarlo. Geen bijrijderszit in de Ferrari 308 maar mijn eigen monstertje.
Het had iets meer om het lijf overigens dan ik me vooraf had voorgesteld. Ik had twee keuringen nodig. De eerste keer kwamen er een rits adviespunten uit en één afkeurpunt; de remdruk was onvoldoende en een van de remdrukregelaars bleek lek. Een nieuw onderdeel dat kapot was. Zonde, maar ook een compliment, de rest was gewoon goed. Bij nadere inspectie en na heel veel proberen lukte het niet de rem lekvrij te krijgen. Ik bestelde een nieuwe unit en ging voor de zekerheid ook even bij de beste sloperij van Nederland langs “GAOS” in Emmeloord. Daar hebben ze een hekel aan het weggooien van auto’s en grossieren daarom in de wat oudere modellen. Ik zocht en vond meerdere FIAT Seicento’s en demonteerde een aantal remdrukregelaars. Nadat ik er eentje uitgezocht had die optisch het beste leek, monteerde ik deze met de originele nippels. Dat was een pluspunt, die van de Montecarlo leken niet lekker te passen. Toen ik het remsysteem op druk zetten ging de aansluiting op de remslang lekken. PVD. Dit heb ik gisteravond hersteld. Hij was op druk lekvrij. Voor de zekerheid had ik al wel een originele remslang klaargelegd om deze te kunnen monteren als dat nodig was. De nieuwe remdrukregelaar haalde ik ’s avonds bij de overburen op. Deze was ruimschoots te laat bezorgd. Geen uitzondering helaas de laatste tijd.
Daarom had ik de wekker erg vroeg gezet. Het strijdplan was om de rem een aantal keer krachtig in te drukken en te zien of er lekkage was. Dit resulteerde wederom in een druppeltje remolie bij de aansluiting op de slang. Ik had het nu genoeg geprobeerd. Ik demonteerde alles, walste een nieuwe aansluiting op de aanvoerleiding naar de remdrukregelaar en maakte een helemaal nieuw stukje leiding voor van de regelaar naar de remslang en ik verving de gloednieuwe remslang voor een originele. Dit moest ik snel doen, de APK was om 8:00. Ik startte om 6:45 en had de boel zo’n beetje ontlucht klaar om 7:50. Ik spoedde naar de APK, deelde mede dat ze de koplampen moesten afstellen en de remmen moesten ontluchten. Om 9:00 kwam het verlossende bericht, de APK was gegeven en er was geen steekproef!
Nu begint het rijden. Rijden en rijden. Ik wil nog wat stellen aan de carburateur en benzinedruk zodat hij ook op hoge toeren mooi loopt. Natuurlijk verwacht ik nog wat kinderziektes, we gaan het zien. De blog eindigt niet, ik blijf schrijven, er komen nieuwe projecten met deze auto aan en de bouw van de andere MC gaat eerdaags starten! Deze tweede MC ga ik als nieuw restaureren. Dat wordt dus een iets andere, zeker niet minder interessante, insteek.
Vandaag klepperde de brievenbus. Twee keer RDW op de deurmat. De eerste enveloppe voelde het beste aan, er zat een hard stukje plastic in. Ongeduldig maakte ik de post open. Yes! Een kenteken voor de Montecarlo! In de tweede brief een kennisgeving dat ik mijn Lancia toch echt nodig APK moest laten keuren… raar eigenlijk dat ze dit apart verzenden. Ik belde mijn verzekering om de tijdelijke dekking op het eendagskenteken om te zetten naar een definitieve dekking en gebruikte mijn lunchpauze voor een tripje naar de Brezan.
Natuurlijk mooi opgelegde kentekenplaten. Dat doet me nog tijden plezier. Helaas is de Montecarlo van na 1 januari 1978 waardoor ik niet ontkom aan een moderne plaat. Ik heb ze er ook meteen maar opgeschroefd en vervolgens een afspraak gemaakt voor de APK! Morgen, ook weer tijdens de lunchpauze, gaat de auto door de mangel. Tijd om de laatste klusjes te doen!
Een boutje van een motorsteun zat nog niet vast. Deze was onmogelijk bereikbaar en draaide telkens maar 30 graden. Hierdoor was het vooral langdurig werken voordat hij zijn plekje vond. Het tweede boutje dat me hoofdbrekens kostte was er eentje van de stabilisatorstang achter. Deze wilde niet pakken. Hij schroeft in het subframe en daar zit een contraplaatje verstopt. Kennelijk was deze te ver heen om de schroefdraad te accepteren. Met een ander boutje probeerde ik het nogmaals. Deze pakte eigenlijk meteen. Huh? Hoe kan dat nou? Ik heb er maar niet te lang over nagedacht en hem vastgedraaid. Ook dat was dus klaar. Ik bedacht me nog dat ik een heel klein beetje speling voelde op de stuurstang linksvoor, ik krikte de auto op en voelde weer aan het wiel. Nu zat er geen enkele speling in! Ik had al horrorverhalen in mijn hoofd dat het stuurhuis gereviseerd zou moeten worden. Dit kon niet kloppen want ik had dit uitgebreid gecontroleerd voor montage. Opeens herinnerde ik me Gerrit die zei: “Weet je wel dat de stuurkogel linksvoor niet goed vast zat?”. Bingo. Met het uitlijnen was het dus opgelost.
In Groot Brittannië zit het MonteHospital. Een bedrijfje met nog veel Montecarlo onderdelen. Mijn tweede bestelling was een noodzakelijke. Ruitensproeiertjes. Ze waren op voorraad en dus direct leverbaar. Om de een of andere reden lukt het me maar niet om bestellingen snel te krijgen. Ik wachtte al bijna een week nadat de bestelling bevestigd was, op de rekening. Ik mailde ze met de vraag of ze het snel wilden opsturen aangezien deze sproeiers nodig zijn voor de APK. Meteen kreeg ik de rekening die ik ook gelijk betaalde. Het zou kunnen dat het pakketje nog diezelfde dag verstuurd zou worden. Fijn. Dat moest dus lukken. Helaas viel er nu al ruim een week geen pakketje op de deurmat. Ze zijn daar niet zo stipt helaas. Ik verbouwde daarom de sproeier van een Thema eerste serie zodat deze zou passen. Hij moet gewoon water over de ruit spuiten bij de APK. Dat is nu gelukt. Geen mooie oplossing, wel een werkende.
Tenslotte weer die remmen. Nu met mijn dochter op het rempedaal kon ik krachtig ontluchten. Met mijn ontluchtingsautomaat lukt dat niet zo goed. Dat is zeer geschikt om vloeistof te vervangen, maar niet om een nieuw systeem luchtbelvrij te vullen. Het gaf me meteen de gelegenheid kennis over te dragen. Haar suggestie dat de rem het rechter pedaal was zal ze nu wel uit haar gedachten gebannen hebben. We ontluchtten de boel en met de extra kracht die zij kon zetten was er toch nog wat geborrel uit de leidingen te horen dat er nu ook uitgekomen is. Ik moet morgen even het resultaat testen maar het gevoel is goed! Ik ben er klaar voor. Wat zal de keurmeester zeggen?
Mijn dochter lag nog in diepe slaap toen ik ’s ochtends vroeg de Montecarlo de garage uitreed. Toen ze de motor hoorde starten sprong ze echter sneller dan ooit uit bed en filmde ze mijn vertrek.
Vandaag de grote dag, een dag waarop mijn werkzaamheden met één pennenstreek weggevaagd zouden kunnen worden. De RDW kentekenkeuring kan dramatisch aflopen…
Bij de afspraak voor de kentekenkeuring gaf ik aan een tijdelijk kenteken te willen. Dit kenteken kon ik gebruiken om van en naar de RDW te rijden. Het werd mijn eerste rit in de auto. Ik woon in Zwolle, net als de RDW, en daardoor werd het geen lange rit. Wel een rit met een tussenstop. Op weg naar de RDW zit mijn bandenspecialist en daar loopt Gerrit rond. Gerrit is geboren met een uitlijnbrug in zijn hoofd. Hij is met pensioen maar komt toch twee dagen in de week zijn passie uitoefenen; auto’s uitlijnen. Ondanks dat hij vandaag twee nieuwe uitlijnbruggen kreeg en dus eigenlijk niet zijn werk kon doen, week hij voor mij uit naar de KIA garage. Daar zorgden we ervoor dat de Montecarlo netjes op zijn poten staat. Iets meer toespoor en het camber rechtsvoor iets minder.
De achterste spoorstang zat vast en kon niet verdraaid worden zonder het juiste gereedschap. Daarvoor ga ik nog een keer terug. Zo verkeerd stond de achterkant niet namelijk. Ik had het ruim gepland en wachtte ruim een uur bij de bandenspecialist die gelukkig ook best aardige koffie schenkt. Ik kreeg nog enthousiast bezoek van een heer op leeftijd die genoeglijk informeerde naar mijn auto. Hij bleek voorheen Lancia dealer te zijn geweest in Zwolle. Gehinderd door zijn niet goed werkende gehoorapparaat werd het geen uitgebreid gesprek. Zijn glimmende blik richting de Montecarlo zei me genoeg. Op naar de RDW. Deze zit ongeveer om de hoek en het ritje ernaar toe was ultra kort. De mensen bij de RDW waren erg hulpvaardig en gezellig. Ik mocht eigenlijk niks. Niet de hal in, behalve als je in je auto bleef en afstand houden was het devies. Opgelijnd voor de smeerput wachtte de Montecarlo op het oordeel van de keurmeesters.
Vanaf het moment dat ik de keurmeester sprak leek het ineens fout te gaan. Hij vroeg of de typeplaatjes opnieuw gemonteerd waren. Ik bevestigde dat. Dit bleek cruciaal te zijn bij de vaststelling van de identiteit van de auto. Ik kreeg een folder in mijn hand gedrukt waarin de FEHAC uitlegt dat je voordat je een restauratie begint eerst de onderdelen van het project moet laten keuren… Het probleem dat ik nog niet onderkende maar de keurmeester wel, was dat de combinatie van motor en chassis nu als eenheid geïdentificeerd moest worden. Ik had geen motornummer bij de hand en de keurmeester kon het, ondanks een felle zaklamp en zicht van alle kanten, niet vinden. Ik zat in de auto en mocht niet helpen. Ik werd een beetje zenuwachtig. De keurmeester haalde een collega erbij. Opnieuw werd het ingeslagen chassisnummer bekeken om te zien of hier geen sprake van fraude was. Beiden vertrokken naar een beeldscherm en overlegden druk. Na lang wachten kwam de keurmeester terug. Hij verklaarde dat hij een oude typegoedkeuring had gevonden waarmee hij de motor kon identificeren! Hij had namelijk 4 typen van deze motor in zijn bestand. Omdat er geen sprake was van sporen van fraude met het chassinummer kon hij het kenteken afgeven. Pffff. Een hele geruststelling!
De rit naar huis ging een stuk relaxter. Met het dak open gaf ik de Montecarlo soms zelfs de sporen. Hij begint al lekker te zitten. Wel ontstond er een lijstje met aandachtspunten. De kilometerteller doet het niet, ik heb geen werkende oliedrukmeter, de temperatuurmeter blijft op 0, er is toch nog lekkage bij een remleiding en er komen druppels olie uit de afdichtingsring bij de oliedruksensor. Allemaal relatief kleine dingen waarvan ik er eentje direct oploste; ik wisselde de draden bij de beide temperatuursensoren op de kop om en zag direct de temperatuurmeter reageren. Toen ik de motorklep opende rook het als een erg warme motor. Met een werkende meter zag ik de temperatuur netjes naar 90 graden gaan, niet verder, prima dus! Op naar de APK.
Vind je het een leuke blog? Share, like of subscribe!