Endoscopie

Na het sleepje achter de Delta dronken Hans en ik nog een kopje koffie om na te praten over de schade die de Montecarlo zou kunnen hebben. De schrik zat bij mijn nog in de benen en ik besloot direct verder te gaan met demonteren van de halve motor op zoek naar mogelijke schade.

Nadat ik het inlaatspruitstuk verwijderd had, hetgeen geen sinecure was, de twee bouten onder de carburateur zijn lastig bereikbaar en bovendien onder een lastige hoek gemonteerd. Met mijn mini dopsleutelset lukte het uiteindelijk ook deze twee bouten te verwijderen. Nog een tip; als je het inlaatspruitstuk verwijdert loont het de koelvloeistof eerst uit het blok te laten lopen via de aftapplug, dat was ik vergeten en deze vloeistof stroomt ook door het inlaatspruitstuk. Het gevolg was een flinke plas op de grond. Nu ik op de inlaatkleppen kon kijken zag ik dat deze er allemaal nog goed uitzagen. In de inlaat zelf trof ik geen boutje aan. Wat nu? Zou het boutje langs de kleppen zijn gegaan? Ik peinigde mijn hersens hoe ik dat het beste kon onderzoeken. Ik besloot om de bougies te gaan verwijderen. Als er schade zou zijn aan de kop zou de bougie ook kapot moeten zijn was mijn redenering. Bij de vierde bougie had ik beet. Wat ik zag gaf me voor het eerst een indicatie dat het wellicht mee zou kunnen vallen, de massa electrode was op de centrale electrode gedrukt. Netjes recht en zonder zichtbare schade. Dit verklaarde het lopen op drie cylinders! Het toonde echter ook aan dat er iets in deze cylinder rondgewaard had. Ik draaide het blok rond en zag dat de kleppen netjes open en dicht gingen, dat is net zichtbaar door het gat van de bougie. Verder kon ik niks meer constateren, tijd om er de brui aan te geven.

Al meerdere keren heb ik met een Aldi of Lidl aanbieding in mijn handen gestaan, een endoscoop. Erg handig om te hebben, maar wanneer heb je het nou nodig? Ik vond het onzinnig om iets te kopen dat ik misschien nog eens nodig zou hebben. Dat was een denkfout, nu had ik er eentje nodig om in de cylinder te kijken om de schade te inventariseren. Ik bestelde er eentje in de webshop van de Lidl en een paar dagen later tuurde ik op het schermpje terwijl de camera afdaalde in de motor. Ik zag wat ‘pitjes’ op de zuiger maar verder niks. Ik monteerde een spiegeltje op de camera waarmee ik omhoog, naar de kleppen, kon kijken. Ook hier geen schade. Het begon langzamerhand door te dringen dat ik wellicht geluk gehad heb. Met een schuin oog keek ik al naar het turbo blok dat te trappelen staat om in de MC gemonteerd te worden. Eerder had ik trouwens al de stofzuiger op het bougie gat gezet en deze uitgezogen met geopende kleppen. Als er gruis was had ik dat dus al verwijderd.

Om mijn gemoedsrust totaal terug te krijgen demonteerde ik ook het uitlaatspruitstuk. Inspectie van deze kleppen leverde ook geen zichtbare schade op. Ik besloot vervolgens de motor rond te draaien op de startmotor met alle bougies verwijderd. Dit gaf geen rare geluiden. Ik zetten wederom de stofzuiger op het vierde bougiegat en liet de motor rondraaien. Als er nog iets in had gezeten was dat er nu zeker uit. Ik vond het tijd om de motor weer op te bouwen. Met de juiste electrodeafstand weer ingesteld op de vierde bougie monteerde ik alles weer op zijn plek en, toch wel met zenuwen in mijn lijf, startte ik de motor weer op. Nadat de benzine weer in de vlotterkamer op druk kwam sloeg de motor aan en pruttelde deze vrolijk door. Geen geluiden, geen drama, Hij doet het! De proefrit laat nog even op zich wachten, ik ben erg benieuwd of het vermogen er nog is. Dat hoor je binnenkort.

Een klein stuurtje met grote gevolgen

Nadat ik de draagarm linksvoor vernieuwd had kon ik eindelijk eens een proefrit gaan maken met het nieuwe onderstel en uitproberen hoe dit uitwerkt op het weggedrag. Nou, dat stelde niet teleur! De auto is niet helemaal perfect meer uitgelijnd, dat was ook te verwachten nadat de draagarm vernieuwd was, toch kende ik de auto nauwelijks terug! Ik draaide de schokdempers op hun meest vergevingsgezinde stand en probeerde verschillende wegdekken en bochten uit. Met geen mogelijkheid kreeg ik de auto van zijn spoor. Hij stuurt heerlijk direct en ik verwacht dat ik hier erg veel plezier aan ga beleven! Ik moet de grenzen nog gaan ontdekken, maar ik verwacht dat dat een leuke ontdekkingstocht wordt. Ik voelde wel dat er rubbers zijn in het onderstel die ik wat strakker zou willen. Ik bekeek al een paar filmpjes waarin polyurethaan bussen zelf gemaakt worden. Een leuk idee voor straks om nog meer upgrades aan de auto uit te voeren.

Ik merkte wel dat het stuur me te groot uitvalt. Hoe mooi ik het ook vind, mijn been past er net niet lekker naast en als ik het stuur ronddraai kom ik met mijn hand tegen mijn been aan. Iets dat ik zo snel mogelijk wilde veranderen. Ik heb nog een erg klein, maar ook lelijk, stuur in mijn voorraad zitten. Ik had al eens geprobeerd het originele stuur te demonteren. Dit had geen succes. Aangespoord door mijn vurige wens een ander stuur te proberen heb ik de poelietrekker er weer opgezet en deze nog vaster aangedraaid. Het stuur begon al een beetje te vervormen toen ik een laatste slag aan de sleutel gaf en het stuur met een knal loskwam! De poelietrekker vloog door de auto maar landde gelukkig zonder schade te veroorzaken. Het kleine stuurtje paste goed. Er zat alleen geen goede sleepring op de achterzijde; deze ontbrak geheel. Bij het monteren ging de claxon dus direct loeien. Op zich geen probleem, ik haalde de stroom ervan af en begon aan mijn proefrit. Deze werd langer en langer. Wat heerlijk was het om de auto nu echt lekker in de hand te hebben!

Lancia Montecarlo Klein stuurtje

Een paar keer trapte ik de auto ook flink op zijn staart om vervolgens bochten in te sturen die neutraal genomen werden. Ik had voldoende ruimte om mijn rechter been te bewegen, wat een verschil kan drie centimeter maken. Ik kreeg er geen genoeg van. Vlakbij het industrieterrein van Zwolle trapte ik wederom vol op het gaspedaal en de motor klom naar de 7000 toeren, wat ging dat lekker, die motor pakt zo lekker op boven de 4000 toeren, precies het toerental waarop de tweede trap van de carburateur vol open gaat en de motor maximaal lucht met benzine vermengd om deze met veel kracht om te zetten in snelheid. Ik kreeg er geen genoeg van en trapte hem opnieuw tot de bodem in. Precies op het rode toerengebied klok er ineens een stotter, het vermogen viel weg en ik hoorde knikker geluiden uit de motorruimte komen. Ik schrok me rot, trapte de koppeling in en wachtte op wat er komen ging. De motor ging naar 700 toeren terug en liep beroerd, op drie cylinders. Wat was dit nou? Ik besloot een plekje te zoeken om de auto naartoe uit te rollen en zette de motor af. Omdat ik niet weer de wegenwacht wilde bellen, na mijn vakantie bleek de betrouwbare Volvo niet meer te willen starten, door een fout in het alarmsysteem was de accu plat en de wegenwacht wil graag helpen maar het tempo waarin dat gebeurt is schandalig. Ruim 2,5 uur moesten we wachten. Ik besloot daarom Hans te bellen, die woont ook in Zwolle en is mede Lancia liefhebber. Hij had tijd en zou me later komen ophalen.

Met het meegenomen gereedschap begon ik daarom met de demontage van de inlaat. Alles was flink heet dus ging ik behoedzaam te werk. Ik vergat niet om eerst de accu los te halen. Dat veroorzaakte immers eerder een flinke brand in de motorruimte. Toen ik de luchtinlaat weghaalde schrok ik. Er zat een boutje klem in de tweede gasklep. Deze was los getrild uit de bevestiging van de inlaat op de carburateur. Ik had er twee gemonteerd, de tweede was helemaal weg. Oei. Die was dus in de motor terechtgekomen. Kak. Een klein uurtje later had ik het inlaatspruitstuk al bijna gedemonteerd en kwam Hans er met de Delta aan. Toch een mooi sleepje naar huis.

error

Vind je het een leuke blog? Share, like of subscribe!