Het opnieuw en ruimer tappen van het boutgat bleek niet nodig. Als het tegenzit kun je de boel beter maar even de boel laten. Met een frisse blik en helaas een flinke pijn in de rug, bekeek ik de lengte van het boutje opnieuw en besloot ik er een wat langere voor te nemen. Een gouden greep, want er bleek nog voldoende vlees in het boutgat te zitten om de boel vast te zetten. Tijd om echt al het water erin te gieten.
Na een paar liter ontdekte ik wederom een lekkage. Deze keer bovenop het blok. Daar komt het koelwater via een soort elleboog door de distributiedeksel en verdwijnt in de cilinderkop. Als afdichting zit er een rubberen ring onder. Deze zal wel oud en moe zijn, ik heb hem gedemonteerd, ingesmeerd met kit en weer gemonteerd waarna alles waterdicht was! De uitdaging was nu om de radiator af te vullen zonder dat hierin luchtbellen achterblijven. Ik ontdekte een ontluchtingsdopje waar de ingenieurs van PininFarina over nagedacht hebben! Eenvoudig bereikbaar vanuit de bagageruimte; er was speciaal een opening over gelaten om deze inbusbout te kunnen losdraaien. Het afvullen is erg grappig, ik liet de ontluchtingsnippel een beetje open staan en goot koelwater in de slang bij het motorblok die met de buizen onder de auto verbonden is. Terwijl ik koelwater vulde hoorde ik de lucht ontsnappen. Toen ik niks meer hoorde bleek er iets koelwater uit de nippel te komen; de radiator was succesvol ontlucht! Ik sloot alle slangen weer aan en vulde het expansievaatje tot zijn maximum.
Helaas belemmerde mijn rug allerlei klussen, ik heb er slechts eentje gedaan, het aansluiten van de koppelingsnemer slang op de leiding. Deze zit nu ook netjes gemonteerd, klaar voor een de volgende ontluchtingsklus; de koppelingsvloeistof.